China blijft een groot aantal landen in de wereld steunen tegen de COVID-19 pandemie. Dat doet het door ervaringen, wetenschappelijke inzichten en medische voorraden te delen. Maar wat zijn de ‘ware bedoelingen’ hiervan?
Een opvallend element van deze internationale hulp is de stroom van medische hulpmiddelen die China aan het buitenland schenkt of verkoopt. Wat dat laatste betreft is de kwaliteitscontrole strenger geworden na een aantal klachten. De aanvankelijke problemen lijken opgelost.
ASEAN
Op 14 april belegden de ASEANlanden, samen met China, Japan en Zuid-Korea een speciale videoconferentie over COVID-19. De leiders van 10 ASEANlanden + 3 (hun partners China, Japan en Zuid-Korea) besloten toen elkaar nog meer te steunen in de strijd tegen de pandemie. De Chinese Premier Li Keqiang ‘kondigde aan dat China nog eens 100 miljoen mondmaskers, tien miljoen stuks beschermende kledij en andere dringend nodige medische goederen aan de lidstaten van ASEAN zou laten toekomen via schenkingen en commerciële kanalen’. Op 21 april voegde China alvast de daad bij het woord door 75.000 chirurgische maskers, ontsmettingsmiddelen en infraroodthermometers aan het secretariaat van de ASEAN te schenken.
ASEANlanden Myanmar, Brunei, Singapore
Op 4 mei ging nog een zending apparatuur en reageermiddelen naar het lab van een militair hospitaal in Myanmar. Khin Ma Ma Myo, een bekende professor internationale betrekkingen aan de universiteit van Yangon, de hoofdstad van Myanmar, noemde het materiaal en de aanwezigheid van Chinese medische experts tijdens de COVID-19 epidemie van levensbelang voor haar land. Zij voorzag dat China en Myanmar ook na de pandemie beter zouden kunnen samenwerken, zeker op het gebied van gezondheidszorg, maar ook op het economische terrein. In Brunei hebben Chinese bedrijven al voor meer dan 1,2 miljoen euro gedoneerd. BGI, een Chinees bedrijf voor genoomsequentie heeft technische steun gegeven aan Brunei voor een virologielab en testkits. Op 5 mei heeft Singapore in totaal 620.000 mondmaskers gekregen van de Chinese regering en van het Rode Kruis van China. Het aantal COVID-19 infecties in Singapore is onlangs tot een recordhoogte binnen Zuidoost-Azië gestegen. Lam Pin Min, staatsminister bij het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Vervoer, heeft de samenwerking tegen de verspreiding van het virus tussen China en de stadstaat Singapore geprezen.
Japan
De China Daily geeft nog voorbeelden van hulp in de regio van Azië en de Stille Oceaan. Aan Japan, waar de noodtoestand vanwege het aantal besmettingen verlengd is tot eind mei, zijn tientallen miljoenen maskers, beschermende kledij en tests gegeven door de Chinese regering, vriendschapsverenigingen en bedrijven. Begin vorige maand dankte de Japanse staatsminister van Gezondheid, Werk en Sociale Voorzieningen Gaku Hashimoto China voor die steun.
Fiji
Op 4 mei heeft China medische voorraden ter waarde van meer dan 110.000 euro aan Fiji geschonken. Eerder kreeg de eilandengroep van China hulpgoederen ter waarde van 270.000 euro voor de strijd tegen de pandemie. De minister van Gezondheid en Zorgvoorzieningen Ifereimi Waqainabete beschouwt de schenking als een vorm van partnerschap tussen ontwikkelingslanden en spreekt over uitwisseling in deskundigheid tegen COVID-19. Beijing heeft voor 1,7 miljoen euro in contante financiering en medische voorraden toegezegd aan Fiji en andere eilanden in de Pacific.
VS
Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken van China had het land tot midden april 150 landen en internationale instellingen voorzien van allerlei vormen van bijstand in de strijd tegen COVID-19. De hulp blijft niet beperkt tot de regio. Ook de Verenigde Staten heeft een vloedgolf aan hulp ontvangen. De woordvoerder van BuZa, mevrouw Hua Chunying, gaf in haar persconferentie op 6 mei de cijfers tot begin mei: 5,3 miljard mondmaskers, 330 miljoen chirurgische handschoenen, bijna 38 miljoen stuks beschermende kledij, bijna 6 miljoen veiligheidsbrillen en bijna 7500 beademingsapparaten.
Oneigenlijke motieven
Er zijn in China misschien individuele personen die liever een harde opstelling zouden zien en die vinden dat hun land geen hulp moet blijven geven aan zijn vijanden. Dat zal echter niet gebeuren. Voor China is hulp verlenen tegen COVID-19 geen middel om landen aan zich te binden zoals bepaalde westerse waarnemers beweren. Bovendien, hulp dient niet als drukmiddel tegen diegenen die COVID-19 misbruiken om China te ondermijnen en te bestoken.
Pragmatisme
De officiële uitleg van de communistische partij en de regering voor het Chinese internationale beleid inzake COVID-19 is de logica zelf. Volgens het partijorgaan People’s Daily ‘hoort China een wereldwijde leverancier van antivirusmaterialen te blijven. Zo kan China de export uitbreiden en de werkgelegenheid stimuleren. Bovendien is het een bewijs van de eerlijkheid en geloofwaardigheid. Het land moet en zal in tijden van crisis een betrouwbare partner blijken voor andere landen’.
Principe
Hua Chunying bracht tijdens de persconferentie van het ministerie van BuZa op 8 mei het hoofdprincipe ook nog eens helder onder woorden. ‘De COVID-19 pandemie is een nooit eerder voorgekomen crisis die de hele mensheid treft… Geen land kan perfect voor zijn eigen veiligheid op het gebied van de openbare gezondheid zorgen tot alle landen veilig zijn. De internationale gemeenschap heeft nu meer dan ooit behoefte aan solidariteit en samenwerking. Het virus is op dit moment onze gemeenschappelijke vijand…’
China en de anderen
Nog een kritiek die je wel eens leest is dat de Chinese leiders zichzelf op de borst kloppen voor alle hulp die ze andere landen bieden. Ten eerste laten alle landen graag weten dat ze anderen hulp hebben geboden. Dat is iets waar de media wereldwijd normaal gesproken begrip voor kunnen opbrengen. China echter zou blijkbaar volgens sommigen hierover moeten zwijgen. Bovendien voegt de Chinese diplomatie een belangrijke dimensie toe aan de eigen internationalistische inzet. Mevrouw Hua: ‘wij vinden het absoluut noodzakelijk begrip en respect te tonen voor de inspanningen die elk land op zich levert. China is bereid en klaar om informatie uit te wisselen en effectief samen te werken met andere landen. Zo kunnen we de strijd tegen het virus winnen’. ….
Voor COVID-19 en erna
Die lijn past naadloos binnen de visie die China ook verkondigde voor de pandemie en die het zal volhouden erna. Op geopolitiek vlak, en dat geldt in het bijzonder ten aanzien van de VS, zoekt China geen tegenstanders of rivalen. Het wil economische, technologische samenwerking los van ideologische en politieke verschillen, omdat de meeste volkeren en de Chinezen zelf daar bij gebaat zijn.
Bronnen: China Daily, asean.org, Korea.net, ministerie BuZa China, Global Times, People’s Daily, cidca.gov.cn, DeWereldMorgen, Volkskrant (NL), Wikipedia
PPE bedrijven moeten nood gedwongen hun PPE aan Chinese overheid te verkopen zodat ze het aan arme landen kunnen doneren. Als ze dat niet doet verliezen ze hun licentie ervoor. Terwijl de meeste bedrijven liever verkopen aan rijke landen voor hoge marktprijs.