De rijkste man van China komt waarschijnlijk in het Centraal Comité van de Communistische Partij (CPC) in 2012. Daarmee is een nieuwe fase gestart in het debat wie nu wie controleert: de CPC de rijke kapitalisten, of omgekeerd.
Liang Wengen, 57, is voorzitter van de Sany groep, een producent van zware machines uit Hunan. Hij is officieel sinds dit jaar de rijkste man van China, met een geschat vermogen van 10 miljard dollar. De CPC zou volgens zijn verklaringen aan een Chinees dagblad in Singapore het onderzoek van zijn kandidatuur afgerond hebben , en hij zou in september 2012 op het volgend congres tot lid of plaatsvervangend lid van het Centraal Comité verkozen worden. In dat geval wordt hij de eerste private ondernemer in die situatie. Eens zover zou hij ook eventueel een rol kunnen krijgen in het provinciaal bestuur van Hunan of in het stadsbestuur van de hoofdstad Changsha; die hebben immers mensen met managementervaring nodig, aldus Time Weekly. Liang komt uit een arme boerenfamilie maar kon in de late jaren 70 metaalkunde studeren aan de universiteit. Hij richtte in 1987 een eigen firma op en werd partijlid in 2004, kort nadat zijn firma op de beurs gebracht was en hij schatrijk werd.
Enkele andere ondernemers zitten al in het Centraal Comité, zoals de bazen van Haier en van Sinopec, maar dat laatste is een staatsbedrijf en Haier zou alhoewel nominaal privé toch banden met Partij en staat hebben. Privé-ondernemers worden nog maar sinds 2002 tot de Partij toegelaten. Dat was een gevolg van de theorie van de Drie Vertegenwoordigingen van toenmalig leider Jiang Zemin, die stelde dat de CPC de ontwikkeling van de meest geavanceerde productiekrachten – waartoe succesvolle privébedrijven gerekend worden- moet vertegenwoordigen. Sommige experten zijn van mening dat het opnemen van Liang in het Centrale Comité een goede stap is om personen met groot economisch gewicht de sociale status te geven die ze verdienen en hen een kans te geven de belangen van de privé-sector op een correcte manier politiek te verdedigen. Vanuit de linkse groep Utopia komt dan echter de reactie dat ‘het privé-kapitalisme in de machtsbasis van ons socialistisch vaderland binnendringt’. Een meer pragmatisch standpunt wijst op de noodzaak een correct controlemechanisme op mensen als Liang in te stellen om te verhinderen dat ze hun politieke macht misbruiken voor economisch voordeel.
Lokaal is Liang volgens de media goed gezien: in 2009 verminderde hij omwille van de crisis zijn eigen loon tot 1 yuan per jaar. Hij schonk ook miljoienen yuan aan projecten zoals wegen en scholen in zijn geboorteplaats. (bron: Volksdagblad) .
