Met een forse injectie van vijftig miljard yuan (5,5 miljard euro) zal de staat in achtergebleven of minderbedeelde gebieden en sectoren van China kleuterscholen financieren. Het geld gaat naar materiële voorzieningen, de inrichting van leegstaande schoolgebouwen, naar pedagogische opleidingen. Er komt een project om leerkrachten ertoe aan te zetten regelmatig op vrijwillige basis naar scholen op het platteland te gaan om collega’s bij te staan.
Op die manier worden op een specifiek punt woorden in daden omgezet van het fameuze tienjarenplan voor het onderwijs. Er is ook al jaren vraag naar geld voor kleuterscholen, vooral van ouders die het wat beter hebben, in de grote steden. Tachtig procent van het onderwijs voor de allerjongsten gebeurt echter op het platteland en er is tot nu toe praktisch geen geld uit de staatskas naartoe gegaan. Ook de voorzieningen voor migrantenkinderen in de grote steden waren pover. Die twee sectoren krijgen nu, terecht zo lijkt het, de voorrang.
Onderwijsdeskundigen waarschuwen dat de regionale overheden op dit punt nog veel motivatie nodig hebben om ook uit andere (particuliere) bronnen geld te halen en beter samen te werken met de centrale regering. Die laatste heeft de lokale regeringen opdracht gegeven om subsidies te zoeken die moeten gaan naar kinderen uit arme gezinnen, naar gehandicapten en wezen. De staat moet er volgens pedagogen verder nauwlettend op toezien dat de migrantenkinderen in de steden echt gelijke kansen krijgen op behoorlijk en betaalbaar onderwijs.
Het bevoegde ministerie gaat in Shandong, Jilin en Shaanxi ook proefdraaien met een nieuw evaluatiesysteem in lagere scholen en in de onderbouw van het middelbaar onderwijs waarbij meer zal worden gekeken naar beroepsethiek, prestaties en collegiale wederzijdse beoordelingen dan naar anciënniteit. Het is de bedoeling de opgedane ervaringen te veralgemenen en ze toe te passen op het beroepsonderwijs, het bijzonder onderwijs en in het kleuteronderwijs.
Bronnen: SCMP en Xinhua