Over de wereldeconomie zei Wen dat die nog steeds ‘grimmig en ingewikkeld’ is en dat China de evolutie van dichtbij opvolgt. De regering probeert snelle en gezonde groei te combineren met aanpassing van de economische structuren en het onder controle houden van de inflatie. Hoewel sommige Chinese indicatoren dalen, zitten de belangrijkste nog altijd goed en zit de Chinese economie in zijn geheel op koers om de geplande groei te halen. Men mag optimistisch zijn. Wen riep wel op om erg waakzaam te blijven voor nieuwe omstandigheden en tegelijk soepel en voorzichtig te zijn in het toepassen van de uitgestippelde macropolitiek. Tijdige aanpassingen en fijnregelingen zullen nodig zijn om een gezonde en snelle groei te blijven waarborgen.
De regering ondersteunt de landbouwproductie, streeft naar een regelmatige groei van de buitenlandse handel, en regelt stevig de vastgoedmarkt door actief de bouw van sociale woningen aan te moedigen, Eén van de prioriteiten is het verzekeren van voldoende budgetten om onafgewerkte infrastructuurprojecten te voltooien.
De regering gaat meer steun geven aan KMO, ondermeer door structurele belastingsverlagingen, zei Wen tijdens een bezoek aan een privé bedrijf. Bedrijven staan onder druk door een te laag binnenlands verbruik en stijgen uitvoerkosten; de regering zal zorgen dat ze over voldoende fondsen beschikken, een stabiele exportpolitiek voeren en de productiekosten helpen drukken. Om de handelsbalans in evenwicht te brengen zal de invoer opgedreven worden.
Opvallend afwezig in het verslag van Xinhua zijn uitspraken van Wen over het doorbreken van het staatsmonopolie van de banken en meer mogelijkheden voor privé financiële instellingen, met hervormingen in de stad Wenzhou als pilootproject. De nationale leiding heeft daarover eenheid bereikt, aldus Wen. BBC haalt dit juist als hoofdpunt van zijn gesprekken aan en verwijst daarvoor naar artikels in liberaal gezinde Chinese kranten zoals de Southern Metropolis Daily in Guangzhou. De hervormingen in Wenzhou komen er eigenlijk op neer dat de sector van illegale privé kredietverlening die in Wenzhou bloeide, gelegaliseerd en gestructureerd wordt.
Eén van de indicatoren van de Chinese economie waarover Wen het had is ongetwijfeld de PMI of Purchasing Managers Index die aangeeft wat bedrijven aankopen en zo een beeld geeft van de verwachte productie voor de komende maanden. Het cijfer van de Chinese Federatie van Aankoop en Logistiek voor maart is 53.1, liefst 2.1 punten hoger dan in februari en de vierde opeenvolgende stijging; 50.0 is de scheiding tussen verwachte groei en krimp van de economie. De HSBC bank heeft echter een eigen index, van 48.2; die daalt al vijf maanden. Hoe kan dat? De eerste index werkt met 800 grotere bedrijven, de tweede met 400 KMO. De conclusie ligt voor de hand: het zijn de KMO in China die het meest problemen ondervinden van de dalende buitenlandse vraag en van de binnenlandse beperkingen op kredietverlening. We zien hier trouwens een voorbeeld van de fijnregeling waarvan Wen sprak: al voor de tweede keer in drie maanden werd de kredietverlening iets soepeler gemaakt door de reservevereisten van de banken te verminderen. Het toelaten van privé financiële instellingen in Wenzhou, dé stad van de privé KMO, past ook in dat plaatje.(Xinhua, BBC).
