Zondag ontmoette premier Wen de pers na het einde van de tiendaagse parlementszitting. Hij beantwoordde vragen gaande van de economie tot de relaties met de USA en de toekomst van Kopenhagen. De meest treffende uitspraken volgen hierna.
Toestand ingewikkeld maar Wen ontspannen
De premier vermeldde dat de economische toestand ‘erg ingewikkeld’ is en dat China ‘heel voorzichtig en soepel’ zal zijn met de timing om de stimuleringsmaatregelen voor de economie af te bouwen.
Op een vraag over een mogelijke zeepbeleconomie antwoordde hij ‘ Inflatie, samen met een onrechtvaardige inkomensverdeling en corruptie kunnen de stabiliteit van de maatschappij en zelfs de solidariteit binnen de leidende macht ondermijnen’. Aansluitend zei Wen dat alles moet gedaan worden om te vermijden dat de kloof tussen arm en rijk verder toeneemt.Er moet meer aandacht komen voor de armere en achtergestelde groepen van de maatschappij die de meerderheid van de bevolking uitmaken.
Hij wees erop dat de internationale economie het slecht doet, wegens de vele schulden en de toenemende werkloosheid, en er een risisco op een double dip, een verdere terugval, bestaat. Daarom moet China voortdurend tasten naar het juiste evenwicht tussen groei, aanpassing (meer verbruik door particulieren) en inperken van de inflatie. De snelle groei in 2009 kwam er door een stimuleringspakket van 380 miljard euro, maar ook door gemakkelijke bankkrediet voor een recordbedrag van 910 miljard euro. Daardoor is er nu teveel geld in omloop, dat ondermeer kan gebruikt worden om te speculeren op immobilien en zo de prijzen verder omhoog te jagen.In februari liep de jaarlijkse inflatie op tot 2,6%, vervaarlijk dicht bij de officiële alarmdrempel van 3%. Er moet meer geïnvesteerd worden in landbouw, om zo de inflatie van voedselprijzen tegen te gaan. Er zijn ook nog teveel onrendabele en vuile bedrijven, die slechts kunstmatig in leven blijven. Herstructurering naar een meer evenwichtige en duurzame economie die minder afhangt van overheidsinvesteringen en uitvoer is de prioriteit.
Over de yuan wist Wen te vertellen dat de koers niet ondergewaardeerd is en China er naar streeft die stabiel te houden. De munt is na 2005 geleidelijk aan met 21% gestegen tegenover de dollar.De oplossing om het handelsoverschot te verkleinen ligt niet in lagere export door een herwaardering, maar in hogere invoer.In 2009 daalde de export immers al met 16% en de invoer slechts met 11%, zodat het overschot aan het verkleinen is. China kende in 2009 4,6% groei door toegenomen consumptie en 8% groei door meer investeringen; de dalende buitenlandse handel sneedt echter 3.9% groei terug weg.
Wen drong er nogmaals op aan dat de USA in eigen huis orde op zaken stellen zodat de 850 miljard dollar Amerikaanse kasbons die de Chinese regering (volgens waarschijnlijk onderschatte cijfers van de Amerikaanse overheid) aanhoudt hun waarde niet verliezen. De Chinese regering wil dat er voor haar dspaarcenten goed gezorgd wordt en dat de USA hun credibiliteit in de wereld niet verliezen.
