Wereldgezondheidsorganisatie geeft China uitstekend rapport voor moeder- en kindzorg

Vorig jaar lag de kindersterfte bij min-5 jarigen op 12 per duizend geboorten. Dat is vijf keer lager dan in 1991, met 61 per duizend geborenen. Ook de moedersterfte daalde gevoelig sinds 1991, met 71%.

Zowel de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als de Wereldbank stellen dat China één van de tien landen is met een uitzonderlijke vooruitgang in moeder- en kindersterfte. Deze spectaculaire vooruitgang berust op een betere kraamzorg en veralgemeende vaccinaties.
Sinds 2000 geeft de overheid subsidies aan vrouwen die in een ziekenhuis komen bevallen. Dit vermindert de risico’s op complicaties bij de bevalling, vooral het risico op tetanus bij de pasgeborene. Dit subsidieprogramma bracht ook moeilijk bereikbare zwangere vrouwen in contact met de bestaande gezondheidszorg.
Van 2001 tot 2007 steeg het aandeel van bevallingen in het ziekenhuis met 46%, waardoor het makkelijker werd om direct te starten met vaccinatie tegen hepatitis B. 96% van de Chinese baby’s krijgen die vaccinatie op hun eerste levensdag! Vandaag is minder dan 1% van de kinderen onder 5 jaar nog drager van de ziekte hepatitis B, terwijl in 1992 nog 1 op 10 kinderen de ziekte kreeg.
In 2012 feliciteerde de WHO China voor een belangrijke realisatie voor de volksgezondheid: het land was vrij van tetanus bij moeder en pasgeborene.
Margaretha Chan, de WHO algemeen directeur, bevestigt haar volle vertrouwen in de veiligheid van Chinese vaccins. Vorig jaar keurde de WHO voor het eerst een Chinees vaccin goed voor gebruik door UNICEF. Van de Chinese kinderen zijn 95% gevaccineerd tegen mazelen, rubella en polio.  In 2008 verruimde de Chinese overheid haar nationaal programma met 8 nieuwe vaccins, allemaal gratis voor kinderen.
Toch blijven er verbeterpunten.
In 2010 voerde de overheid een groots vaccinatiecampagne tegen mazelen, waarbij 103 miljoen kinderen werden ingeënt. Ondanks een hoge dekkingsgraad van 98% waren er in 2013 enkele uitbarstingen van mazelen wat aangeeft dat veel kinderen hun opvolgvaccinatie gemist hebben.
Problematisch blijft ook het groeiend aantal kinderen van stedelijke migranten, die geen gratis vaccinatie krijgen in de stad want ze vallen wettelijk nog onder de gezondheidszorg van hun rurale streek van herkomst.
Na de uitroeiing van bepaalde ziekten, zoals polio, dringt de WHO er bij China op aan om van een (gevaarlijker) levend vaccin over te stappen naar een (veiliger) inactief vaccin.
Dankzij het behaalde succes is China nu in staat om over te schakelen naar een meer verfijnd en doelgericht vaccinatieprogramma.
Bron: The Economist