-Ann-Sophie Poulain-
-Massacommunicatie en China, het blijft een delicate combinatie. Wanneer het Madariaga College of Europe Foundation, het Xinhua persagentschap en het Europacollege Brugge/Natolin op 18 december een seminarie organiseerden over het thema, waren de verwachtingen op vernieuwende stellingen van Chinese zijde dan ook laag. Niettemin kwamen enkele interessante elementen aan bod. Persoonlijkheden uit de journalistieke en diplomatieke wereld aan zowel Europese als Chinese zijde discussieerden over de vraag: Kan de explosie aan Chinese journalisten te Brussel leiden tot een groter begrip tussen Europa en China?
De naderende tiende verjaardag van het strategisch partnerschap tussen de EU en China doet vermoeden dat wederzijds begrip en vertrouwen stilaan de plaats innemen van argwaan en onwetendheid. Maar niets is minder waar, is de conclusie van dit seminarie. Hoewel de grote aanwezigheid van Chinese journalisten in Brussel en de stevige investeringen van China in soft power langzaamaan het onbegrip uit de wereld helpen, blijft het deficit aan vertrouwen problematisch. Shada Islam, ervaren Verre Oosten journaliste en voorzitster van de denktank Friends of Europe, herkent meer bepaald drie verhalen in het Europese beeld over China: verwarring, bewondering en angst. Verwarring, omdat Europa in China een rijk land ziet dat mensen naar de maan stuurt maar dat tegelijk een straatarme bevolking herbergt; bewondering omwille van de verantwoordelijkheid die de Chinese macht aan de dag legt. Angst blijft echter het overheersende verhaal, gevoed door de overtuiging dat China enkel vooruitgang boekte dankzij ‘een streng communistisch regime zonder aandacht voor mensenrechten’. Een verkeerd beeld, volgens Wang Xining, dienst pers en communicatie van de China delegatie bij de EU. China is geen communistisch land maar bevindt zich in een voorlopige socialistische fase. Bovendien heeft China helemaal geen sterke economie maar kent het daarentegen een groot onevenwicht tussen noord en west, tussen rijk en arm. De kersverse leiders willen in de komende jaren dan ook al hun aandacht hierop vestigen. Ook de bewering dat China geen democratie wil, is onwaar, zegt Wang, maar China’s democratie zal geen exacte kopie van het Amerikaanse systeem worden. Daarenboven is er nog een lange weg te gaan alvorens een democratisch systeem mogelijk wordt. Burgers moeten over de nodige kennis beschikken om hun stem te kunnen uitbrengen, verticale en horizontale scheiding van de macht en een evenwicht tussen politieke en burgerlijke krachten zijn enkele van de cruciale voorwaarden.
Joachim Wiedemann, project manager van DPA Insight Europe, benadrukt de belangrijke rol van media om dit vertrouwensdeficit aan te pakken en prijst dan ook de grote aanwezigheid van Chinese journalisten in de Europese hoofdstad Brussel. De toename van vijf journalisten in 2001 naar 43 journalisten in 2012 en het gebruik van westerse EU specialisten bewijst duidelijk het belang dat China hecht aan Europese gebeurtenissen, zegt Christina Gallach, die het algemeen secretariaat van de Raad van de EU vertegenwoordigt. Maar dit staat in schril contrast met de Europese journalistiek die steeds meer symptomen lijkt te vertonen van een sector in crisis. Ondanks beperkte financiële middelen, pleit Wiedemann voor een verticalisering van de media, het koppelen van de nationale aan de Europese belangen. Ook het combineren van diepgaande feiten met de prikkeling van lezers via controverse en persoonlijke elementen, is noodzakelijk voor het creëren van interesse, stelt Wiedemann. De Chinese kranten, China Daily en Xinhua, staan hierin reeds verder dan bepaalde Europese media en hechten heel wat belang aan het people-to-people mechanisme. Dat vertelt Liu Jiang, onderdirecteur van het Europese Regionale Bureau van Xinhua te Brussel, die een uiteenzetting gaf van Xinhuamiddelen wereldwijd. Een goede verslaggeving is namelijk niet enkel belangrijk voor stakeholders en beleidsmakers maar moet ook het gewone volk bereiken. De focus moet daarom verplaatsen van nieuws over en door politici en experts naar nieuws over de twee volkeren zelf.
In de vragenronde wordt al snel de afgelaste persconferentie van de EU-China Top op 20 september 2012 opgerakeld. Islam is rechtuit: ‘Tot dit soort streken hoeft China zich niet meer te verlagen. Het land moet het pluralisme van de media aanvaarden en volgens de regels van het spel spelen. Eens te meer katapulteerde China zich zo tot een internationale boeman.’ Wang nuanceerde: verandering is op komst rond thema’s als media, Tibet enzovoort. Hoewel Wang meerdere malen zijn burgerlijke dienstplicht benadrukte, durfde hij ook af en toe buiten de Chinese regeringslijntjes te kleuren. Zo ging hij enerzijds amper in op het persconferentie-incident maar erkende hij anderzijds wel de nood aan en de urgentie van een bredere communicatie over het Chinese beleid naar de bevolking toe. Wang besluit met een kijk op de toekomst: ‘De aanstormende generatie, geboren na de jaren ‘80 denkt volledig anders dan mijn generatie, ze begrijpen ons niet meer’. Wanneer zij, vrijmoediger en met minder gezag voor autoriteit, de boeken overnemen, zal verandering in een stroomversnelling geraken. Het seminarie ging op zoek naar een antwoord op het wederzijds onbegrip tussen China en de EU. Hoewel Fu Jing, hoofdcorrespondent van China Daily, wel degelijk een gemeenschappelijk doel ziet, namelijk het verbeteren van onze levens, erkent hij vooral de verschillen, die volgens hem de wereld ook meer kleur geven. ‘Het is dan ook niet onze missie de kloof te overbruggen maar die verstaanbaar te maken naar de gewone burger toe.’
Het seminarie ‘Seminar on Mass Communication and EU-China relations’ was een evenement van het Madariaga College of Europe Foundation (MCF), in samenwerking met Xinhua en het Europacollege Brugge/Natolin.