Wie zijn de Chinese hackers die regelmatig opduiken in onze media en onlangs weer een mini-Tibetrel veroorzaakten? De vooraanstaande Amerikaanse beveiligingsspecialist Bruce Schneier liet daarover zijn licht al schijnen in juli 2008 (link naar het artikel).
De hacker groepen lijken niet voor de regering te werken, noch voor het leger. Het gaat om jonge, mannelijke, vaderlandslievende Chinese burgers die zichzelf willen bewijzen. Ze vallen Amerikaanse netwerken aan, maar ook pro-Tibetaanse, pro-Taiwanese, Falungong en pro-Oeigoersites.
Ze hebben twee motieven: eer en glorie, en een inkomen. Sommige van hen zijn helden in China. En het geld komt van verschillende kanten: via hun websites verkopen ze gestolen informatie, malwarediensten, hackerwerktuigen, maar ook computers,spelletjes, video’s, en zelfs T-shirts en petten.
Natuurlijk kent de Chinese regering de leiders van deze groepen, maar ze kijkt de andere kant op. Waarschijnlijk koopt het leger zelfs informatie van hen en rekruteert het er jonge beloftevolle krachten.
Het werk van die hackers wordt steeds meer gesofistikeerd; volgens Schneier heeft het Pentagon een veel groter probleem dan het zelf denkt.
Dat achter deze groepen geen Chinese regering schuilgaat, maakt het probleem net erger. Die jongeren kunnen onverantwoorde risico’s nemen, zonder zich te bekommeren om de politieke risico’s van hun actie.
Schneier vindt het goed dat de Amerikaanse regering deze groepen effectief bestrijdt; maar ze mag in geen geval deze acties beschouwen als officieel goedgekeurd door de Chinese regering.
