China heeft een witboek over voedselzekerheid uit. Het geeft concrete cijfers waaruit blijkt dat het land in hoge mate zelfbedruipend is. Maar naar de toekomst toe blijft dat een uitdaging. De plannen om de sector te optimaliseren zijn dan ook talrijk. Daarnaast staat China ook open voor meer internationale samenwerking op het gebied van voedsel. Het bevestigt daarbij zijn rol als vertegenwoordiger van de belangen van ontwikkelingslanden.
Het eerste rapport over voedselveiligheid kwam uit in 1996. Het nieuwe witboek analyseert in vier delen de verwezenlijkingen, de strategie, de internationale samenwerking rond voedselzekerheid en de vooruitzichten en plannen. Voor de duidelijkheid: het nieuwe witboek gaat over voedselzekerheid, niet over voedselveiligheid.
De nationale strategie van China is zelfvoorziening met binnenlandse graanproductie, verzekerde productiecapaciteit, beperkte invoer en technologische ondersteuning.
Positieve verwezenlijkingen
China telt een vijfde van de wereldbevolking, en produceert een kwart van alle voedsel. Dat betekent dat de bevolking genoeg te eten heeft, en bovendien een toenemende keuze heeft. Dat is een groot verschil met vroegere tijden toen honger normaal was.
De positieve situatie van China heeft ook een gunstige invloed op de globale voedselzekerheid.
De voedselproductie van 470 kg per persoon in 2018 ligt boven het wereldgemiddelde. Vergeleken met 1949 – de stichting van de volksrepubliek- is de bevolking bijna verdrievoudigd en toch steeg de voedselproductie per hoofd met 129%.
De gemiddelde opbrengst per hectare land steeg sinds 1996 – toen het eerste document over voedselzekerheid verscheen – met 25%. De vooruitgang zat vooral bij rijst en tarwe, in mindere mate bij maïs. Voor rijst en tarwe zit China 50% boven het wereldgemiddelde, voor maïs 6%.
De totale productie van voedsel steeg van 110 miljoen ton in 1949 naar 300 miljoen ton in 1978 (het begin van de hervormingen) en 660 miljoen ton in 2018. Opvallend is de daling rond de eeuwwisseling, die het witboek niet uitlegt. Vermoedelijk heeft het te maken met de sterke migratie naar de stad, het laten braak liggen van akkers die men nog niet mocht verpachten, en de toenmalige prioriteit aan ontwikkeling van de steden boven het platteland..
Zelfvoorziening
In 2018 bestond meer dan 90% van de voedselproductie uit graangewassen (waar de Chinese statistieken ook sojabonen bij rekenen), voor 610 miljoen ton. China is in graangewassen voor 95% zelfbedruipend. Driekwart van de invoer bestond uit sojabonen. China heeft voor zichzelf genoeg rijst en tarwe. Invoer speelt daar enkel een rol om een grotere keuzemogelijkheid aan de consument te bieden.
De opslagcapaciteit is stelselmatig vergroot en verbeterd om meer zekerheid te hebben. In 2018 was er voor 670 miljoen ton graan hoogwaardige opslagruimte, en nog eens voor 240 miljoen ton gewone ruimte. Het gaat dus om bijna anderhalf jaar productie. Er zijn ook tanks voor 28 miljoen ton spijsolie.
De logistiek wordt verder uitgebouwd. In 2017 werd tussen de provincies onderling voor 230 miljoen ton graan vervoerd. Dat ging zowel om ruwe producten in bulk als om verwerkte producten in container. Dat maakt dat regio’s zich meer kunnen specialiseren in voor hen gunstige teelten.
De overheid heeft voldoende reserves van hoogwaardig voedsel in correcte opslagplaatsen en breidt het systeem nog uit. Hoeveel voorraden er zijn vermeldt het witboek niet. Voor noodgevallen of ter compensatie van grote prijsschommelingen zijn lokaal voorraden voor 10-15 dagen aanwezig. Daar hoort een noodnetwerk voor plaatselijke verwerking en verdeling bij.
Beter voedsel, ook voor de armen
De consument heeft nu meer toegang tot andere voeding dan basisvoedsel. Zo steeg tussen 1996 en 2018 de beschikbare spijsolie met 36%, het vlees van varkens, runderen of schapen met 55 % , vis- en schaaldieren met 72%, melk met 333%, groenten met 104% en fruit met 176%.
De consumptie per persoon van basisvoedsel (graangewassen) en dus van koolhydraten is door de grotere diversiteit aan voedsel gedaald. Dagelijks neemt een gemiddelde Chinees voor 2.172 kcal voedsel op. Daarin zit 65 gram proteïne, 80 gram vet en 301 gram koolhydraten.
De voeding van de bevolking is enorm verbeterd doordat China tussen 1978 en 2018 liefst 750 miljoen mensen uit de armoede getild heeft. Einde 2018 waren er nog 16,6 miljoen armen over. Tegen einde 2020 moet armoede uitgeroeid zijn. In armere streken lopen programma’s voor betere voeding van kwetsbare groepen zoals schoolgaande jongeren, kleuters, zwangere vrouwen en ouderen.
De Chinese weg naar voedselzekerheid
China zit ver onder het wereldgemiddelde van beschikbare landbouwgrond per persoon. Het behouden van voldoende landbouwgrond is cruciaal. China houdt vast aan een strikt minimum van 120 miljoen hectare. Aanspreken van landbouwgrond voor andere doeleinden moet gecompenseerd worden. Vandaag wordt 135 miljoen hectare land bewerkt, zowat 5 miljoen meer dan in 1996. Het merendeel – 117 miljoen hectare – wordt gebruikt voor graangewassen. Er zijn 103 miljoen hectare permanente beschikbare goede landbouwgrond die speciaal beschermd wordt.
Door diverse maatregelen van grondbewerking over bemesting tot teeltkeuze worden gronden verbeterd, de opbrengst vergroot en het milieu beter beschermd.
Er zijn regio’s vastgelegd waar het best bepaalde gewassen gekweekt worden. Zo is 60 miljoen hectare voorbehouden voor graangewassen als rijst, tarwe of maïs. 15 miljoen hectare mogen uitsluitend gebruikt worden voor belangrijke teelten als sojabonen en koolzaad. Bijvoorbeeld in het Noordoosten kweekt men tarwe, aangepaste maïs en sojabonen die rijk zijn aan proteïnes. De Noordelijke Chinese vlakte, de economische zone langs de Yangtze, het Noordwesten, het Zuidwesten, het Zuidoosten, het Zuiden specialiseren zich allemaal in de voor hen meest geschikte teelten.
Het waterverbruik gebeurt efficiënter. Dat kan door maatregelen als spaarbekkens, en hoogwaardige irrigatiesystemen met de modernste technieken.
Beste voorwaarden voor optimale productie
De boeren graan laten produceren vereist dat ze een leefbaar inkomen hebben. Een belangrijke rol daarbij was de afschaffing in 2006 van een aantal millennia oude landbouwbelastingen. Een ander element is het verbeteren van de prijszetting ten voordele van de boeren. En tenslotte zijn er rechtstreekse subsidies voor bijvoorbeeld bodembescherming of aankoop van moderne machines.
In de zoektocht naar de beste organisatie van de landbouw is men beland bij de familiale uitbating met daarboven een vorm van centralisering. De familiale ondernemingen worden ondersteund via coöperatieven waarvan ze lid kunnen worden, en via organisaties voor sociale dienstverlening. China telt nu ongeveer 60 miljoen familiale landbouwbedrijven, 2,17 miljoen rurale coöperatieven en 370.000 dienstencentra.
Innovatie en verbetering van het marktsysteem
Meer specialisatie per regio vereist meer handel.
De staatsbedrijven die graan verhandelen worden geconsolideerd en werken samen over de provinciegrenzen. Tegelijk is er ruimte voor privé- en gemengde bedrijven. Dat schept concurrentie. Het aandeel van de graanhandel aan marktprijzen is toegenomen.
In heel het land zijn meer dan 500 marktplaatsen voor graangewassen opgezet. Die worden overkoepeld door een nationaal digitaal handelsplatform. Voor de belangrijkste graangewassen zoals tarwe, maïs, rijst en sojabonen zijn er nu ook futures markten die de prijzen moeten helpen stabiliseren.
De overheid brengt graanproducerende regio’s in contact met graanhandelaars. In 2018 werden 3.935 graanbeurzen georganiseerd met een omzet van 136 miljoen ton. Op graanhandelsconferenties werd nog eens 60 miljoen verkocht.
Betere regelgeving
Voedselzekerheid valt onder een waaier van plannen. Naast het vijfjarenplan lopen er plannen tot 2020 (plan voor voedselzekerheid, plan voor meer voedselproductie, plan voor betere voeding), tot 2022 (plan voor opbloei van het platteland) en tot 2030 (plan voor duurzame landbouw, nationaal grondenplan).
Om de boeren een minimum prijs te garanderen kan de overheid in specifieke periodes en regio’s en voor specifieke teelten tijdelijk tussenkomen in de markt. Het aan minimumprijzen aangekochte graan wordt dan aan marktprijzen verkocht. Het doel is deze interventies zoveel mogelijk te beperken. Sinds 2014 geldt vrije prijszetting voor sojabonen, koolzaad en maïs. Sinds 2016 zijn ook de interventies voor rijst en tarwe schaarser.
De nationale graanreserves dienen om in slechtere jaren de basisvoorziening te verzekeren, om belangrijke noodsituaties op te vangen en om prijsspeculatie op langere termijn tegen te gaan. Lokale reserves dienen voor lokale crisissen en om korte termijn prijsschommelingen af te toppen.
Verwerking van graangewassen
De industriële verwerking van graangewassen wordt verder uitgebouwd. Dit moet inspelen op de behoeften van de bevolking naar meer gevarieerd voedsel .
Een ander luik is de ontwikkeling van de sector veevoeders en het voorzien van voldoende aanbod voor pluimvee, vlees, eieren en melk.
Om de verwerkingsindustrie veiliger te laten verlopen is er het Quality Food Project. Dat is een landelijk uitgerold inspectiesysteem van de aanbodketen van grondstoffen voor de voedselindustrie zoals granen en olie. Het gaat in dit geval meer over de voedselveiligheid, een belangrijk streefdoel na enkele grote voedselschandalen.
Vernieuwende voedingstechnologie en -wetenschap
De productie van graangewassen kan opgedreven worden en de kwaliteit verbeterd dank zij wetenschappelijk onderzoek. Een typisch voorbeeld zijn de hoogrenderende hybride rijstsoorten. Daar bereikt China nu een wereldrecord met 18,1 ton per hectare (op proefvelden). Maar ook in oliehoudende en zetmeelhoudende gewassen is er een gevoelige rendementsverbetering.
In 2018 kwam 58% van de vooruitgang in voedselproductie van wetenschap en technologie. In 1996 was dat nog maar 15,5%. Bij 39,8% van de productie van rijst, tarwe en maïs werden pesticiden gebruikt en bij 37,8% kunstmeststof en die percentages nemen toe. Over mogelijke negatieve gevolgen daarvan spreekt het witboek hier niet maar elders blijkt dat bio in de lift zit.
Ook bij opslag en vervoer van graan komt nieuwe technologie kijken. Die moet de verliezen indijken. Het kan dan gaan om efficiënt containervervoer van bulkgranen van het Noorden naar het Zuiden, om beter verluchte en gecontroleerde opslagsilo’s, om bestrijding van ongedierte en schimmel, enz. De grote meerderheid van opslagplaatsen zijn al met moderne technologie uitgerust.
Respect voor de wet
Er zijn een twintigtal wetten met voorschriften voor voedselzekerheid.
In 2014 heeft de centrale overheid regels uitgevaardigd die de dagdagelijkse verantwoordelijkheid voor voedselzekerheid vooral bij de provincies leggen.
Het systeem van controles bij wijze van steekproef wordt uitgebreid.
Er wordt gewerkt aan een eenduidige nationale regelgeving die alle betrokken actoren moeten respecteren en die effectief gecontroleerd kan worden.
China opent zich voortdurend meer voor internationale handel en investeringen. Dat gebeurt ook in de voedselsector.
Internationale samenwerking uitbreiden
Het aandeel van buitenlandse bedrijven in de verwerking en verkoop van voedsel in China neemt toe tot 14,5 en 17% in 2018. het gaat dan bijvoorbeeld over eetbare olie en afgeleide producten.
In het kader van de WTO heeft China de invoerrechten en quotabeperkingen voor voedingsmiddelen verminderd en meer buitenlandse investeringen toegelaten. Alleen in tarwe, maïs, zeldzame gewassen of genetisch gewijzigde gewassen mogen buitenlanders nog niet investeren.
China is voorstander van een internationale voedselmarkt, op voorwaarde dat de lokale voedselzekerheid niet in het gedrang komt. In 2018 werden 116 miljoen ton oliehoudende gewassen (inclusief sojabonen), veevoeder en andere ingevoerd en 3,66 miljoen ton uitgevoerd. China tekende voor 5% van de internationale graanhandel. Op eventuele milieueffecten van grootschalige internationale voedselhandel (sojabonen in het Amazonewoud!) gaat het witboek niet in.
Chinese bedrijven investeren in landbouw in andere landen. Einde 2017 ging het om meer dan 17 miljard dollar in 100 landen. Er werkten 134.000 mensen. Het witboek geeft geen verdere details van deze investeringen. Dit is een gemiste kans om de mythe van grootschalige landroof door Chinese bedrijven in Afrika te weerleggen.
Internationale samenwerking.
China is actief in de projecten van FAO en World Food Programme en talrijke andere internationale organisaties en verdragen die te maken hebben met voedsel. Het ijvert voor een betere vertegenwoordiging van Afrika en andere ontwikkelingslanden in internationale landbouworganisaties. Afrika was altijd een belangrijke partner voor Chinese hulp. In 2016 waren in totaal al 500 programma’s uitgevoerd voor technische bijstand aan 50 Afrikaanse landen
In zoverre als mogelijk levert China ook voedsel als noodhulp aan andere landen, zowel multilateraal als bilateraal.
Vooruitzichten en strategie
China is in staat om ook op termijn voedselzekerheid te garanderen. Er is op alle gebieden nog aanzienlijke ruimte voor verbetering: een betere organisatie van de landbouw, betere technologie, minder verlies, betere organisatie van de markt.
Op termijn zal de vraag naar graanproducten blijven toenemen. De directe consumptie zal licht dalen, de vraag naar veevoeder zal blijven stijgen. Voldoende graan produceren blijft dus een permanente uitdaging. Dit wordt moeilijker gemaakt door te kleine overschotten en dus weinig reserve voor rampen. Bovendien moet de grond meer ecologisch en duurzaam bebouwd worden. De nadruk zal liggen op de graanproductie in de daarvoor best geschikte regio’s. Dat betekent een toename van vervoer.
Internationaal is de voedselsituatie verbeterd. In landen met een laag inkomen is de lokale voedselproductie gestegen wat hen minder van de schommelingen op de wereldmarkt afhankelijk maakt. Toch is de uitdaging nog groot, met 800 miljoen mensen in de wereld die honger lijden.
China moet zelfbedruipend voor voedsel zijn indien het geen last voor de wereld wil zijn. Het zal op alle mogelijke manieren andere ontwikkelingslanden bijstaan om hun voedselproblemen op te lossen.
Hogere productiviteit.
China stelt zich tegen 2020 een aantal doelstellingen: 124 miljoen hectare bewerkt land, waarvan 103 miljoen permanente landbouwgrond en 53,3 miljoen grond van hoge kwaliteit; minimum 110 miljoen hectare graangewassen; maximum 40,7 miljoen hectare bouwgrond; goed functionerende speciale regio’s voor graangewassen en andere belangrijke landbouwproducten.
Tegen 2035 moet het landbouwareaal stabiel blijven. De graanproductie moet boven 600 miljoen ton blijven.
Het land streeft naar meer bio graan en olie van hoge kwaliteit.
Terwijl de oppervlakte voor graanbouw stabiel blijft zal de productie van talrijke soorten groenten blijven toenemen en diverser worden, met betere kwaliteiten.
De graanproductie wordt beter georganiseerd. Dat betekent grotere familiebedrijven, met beter geschoolde boeren. Die zullen aangemoedigd worden toe te treden tot coöperatieven of tot overkoepelende landbouwbedrijven.
De graanproductie kan opgedreven worden door technologische vernieuwing. De overheid zal meer onderzoek en meer praktische toepassing van nieuwe technologie ondersteunen. Daarbij zitten irrigatie, landbouwmachines, pesticiden, kunstmest, opslag, vervoer en verwerking van graan, en circulaire economie. Ook het kweken van nieuwe soorten door zaadveredeling is een speerpunt.
Beter beheer van de reserves
Het beheer van de reserves, zodat ze efficiënt bijdragen aan het regelen van de markt, aan noodhulp of aan de voedselzekerheid moet gebeuren op basis van de modernste wetenschappelijke methoden.
Het netwerk voor noodgevallen wordt geoptimaliseerd
Het opvolgingssysteem voor productie en markt van graan en spijsolie wordt volgens de moderne wetenschap gereorganiseerd. Het moet tijdig de informatie over binnen- en buitenlandse markten leveren om abnormale marktschommelingen te kunnen opvangen.
Graan zal efficiënter en met minder verliezen opgeslagen en vervoerd worden. Plantenziekten worden tijdig opgespoord en bestreden. Daartoe worden nog maar eens de modernste middelen ingezet.
Het uitbouwen van een moderne omloopsysteem voor graanproducten
China zal de markt voor de graanhandel meer laten spelen. Dat moet echter bijdragen tot de voedselzekerheid en mag de minimumprijs voor de boeren niet bedreigen. Hoe dit gecombineerd gaat worden legt het witboek niet verder concreet uit.
De logistiek van distributie en opslag kan beter door gebruik te maken van smart management. Daarvoor zijn belangrijke investeringen voorzien in de distributie infrastructuur.
De verwerkende nijverheid moet moderner, groener en duurzamer. Het basisvoedsel moet op grote schaal en betaalbaar geproduceerd worden, maar tegelijk zal men ook meer betere en duurdere producten gaan afleveren.
De wereldwijde voedselzekerheid
Meer Zuid-Zuid samenwerking is nodig om de honger tegen 2030 uit te roeien, zoals de United Nations 2030 Agenda for Sustainable Development het vraagt.
Het Belt and Road Initiative (de nieuwe Zijderoutes) wil hierin een rol spelen.
China heeft de bedoeling meer voedsel in en uit te gaan voeren. Voorwaarde is dat dit bijdraagt aan een meer efficiënte productie in China en globaal.
Bron: https://www.scio.gov.cn/zfbps/32832/Document/1666228/1666228.htm