In de vier belangrijkste steden, Beijing, Shanghai, Kanton en Shenzhen zijn de woningprijzen in 2010 sterk gestegen.
In Beijing met niet minder dan 42%. Kanton kwam er best vanaf met 23%. Het duurste blijven woningen in Shanghai, gemiddeld meer dan 2500 euros per m². De verkoop in 2010 was nochtans iets slechter dan in 2009.
Daarentegen stegen de grondprijzen sterk, ook in steden van tweede categorie zoals Dalian en Changsha. In Dalian werd zelfs voor 310% meer grond verkocht. Het zijn vooral de stadsbesturen die daarvan profiteren want de staat is eigenaar van de gronden. In 2009 zouden verkopen van gronden goed geweest zijn voor 46% vande totale fiskale inkomsten.
Al die prijsstijgingen gebeuren ondanks herhaalde en expliciete beloften van de regering dat ze de prijzen naar beneden zouden dwingen. Alle maatregelen – beperking van bankkredieten, hogere rentevoeten, dreiging met het invoeren van onroerende voorheffing, verbod aan industriële staatsbedrijven om bij te verdienen als promotoren, de aankondiging van de bouw van miljoenen sociale woningen, lijken boter aan de galg. Blijkbaar zijn promotoren en speculanten te machtig, zeker wanneer ze de stadskassen vullen via hun projecten. Iedereen weet dat hier de echte knoop ligt.
De bevolking die zich geen woning kan veroorloven is wanhopig en de sociale onrust stijgt. Maar wat experten steeds meer vrezen is dat de vastgoedbel gaat uiteenspatten, met een crisis in de bouw tot gevolg, die dan kan overslaan naar andere sectoren van de economie.
Bron: China Daily
