Wordt Tianjins ecostad het model?

Op 34 km2 verlaten land te Tianjin plannen Singapore en China een model ecostad uit te bouwen voor 400.000 personen. We bekijken de plannen betreffende stedenbouw, energie, transport, water en afval en geven de kritiek weer die de Wereldbank op het project heeft. Wordt dit de moeder van alle ecosteden in China?

Zicht op afgewerkte ecostad


–Gedurende de afgelopen decennia verdubbelde China’s stedelijke bevolking al tot zowat 50 % van de bevolking. Tegen 2025 wordt verwacht dat dit 64 % wordt, wat betekent dat elk jaar 17 miljoen personen of de gehele bevolking van New York in de steden gaat wonen. Tussen 2000 en 2030 zal enkel China instaan voor 65.000 km2 bijkomende verstedelijking of 16% van wat er wereldwijd aan verstedelijking bijkomt. Bijvoorbeeld is in het gebied Peking-Tianjin-Hebei tijdens de periode 1990-2000 het verstedelijkt gebied met 71 % toegenomen en drie kwart van deze grond kwam van landbouwgronden. De grotere verstedelijking betekent dat het water nog schaarser zal zijn, het energieverbruik nog hoger (een stedeling verbruikt 3,6 maal meer energie dan een landelijk bewoner) en de uitstoot van broeikasgassen nog meer. China wil dat de verstedelijking duurzaam verloopt en in dit kader bestaan al twee erkende vormen van ecosteden; een uitgedokterd door het ministerie van milieu en de andere door het Ministerie voor Stedelijk en Landelijke Ontwikkeling. Recentelijk werd met de hulp van het VK een ecostad gepland op Shanghai ’s eiland Chongming, maar dit ging niet door naar verluidt omdat het project verbonden was met de wegens corruptie afgezette burgemeester. In Tangshan wordt echter op het eiland Caofeidian een ecostad uitgebouwd voor meer dan een miljoen inwoners en ook Peking heeft in Mentougou een project in samenwerking met Finland.
Situering
In Tianjin werd in september 2008 tussen de regering van Singapore en deze van China het project opgestart om tegen 2020 op 34 km2 brakke zoutgronden tegen 2020 een ecostad uit de grond te stampen voor 350.000 permanente en 60.000 tijdelijke bewoners. De uitbouw verloopt in 3 fasen, te beginnen in het zuiden en eindigend in het noorden.  Sterk vereenvoudigd zijn de Chinezen verantwoordelijk voor de “hardware” zoals gronden en infrastructuur en Singapore voor het uitwerken van de “software” zoals het concept. Het masterplan voor de gehele zone werd al in 2008 goedgekeurd en belangrijk zijn de 22 kwantitatieve en 4 kwalitatieve doelstellingen die voorop gesteld worden. Bij deze doelstellingen of KPI’s (Key Performance Indicators) horen bijvoorbeeld: 60 % recyclage van vast afval, 20 % hernieuwbare energie, proportie groene verplaatsingen 90%, wateraanvoer voor 50 % uit niet-traditionele bronnen zoals gezuiverd water. Het doel is van de zone een economisch duurzame, sociaal harmonieuze, milieuvriendelijke en grondstoffen-spaarzame stad te maken die een model is dat door andere steden kan overgenomen worden. De Wereldbank werd om technisch advies en financiele steun gevraagd vooral betreffende groene huisvesting en groen transport en we baseren ons op hun oordeel en kritiek op het project.
Masterplan
Tianjins ecostad ligt ten noorden van Tianjins Beihai speciale zone die 45 km ver ligt van het stadscentrum. Deze speciale zone produceert 44 % van Tianjins BRP met 10 % van de bevolking. De nijverheidsstructuur in Tianjin is wel energie-intensief. De ecostad wil tegen 2020 190.000 banen verschaffen maar de meeste banen bevinden zich in de dienstensector en sommige in de lichte nijverheid. Bedoeling is dat de helft van de ecostadbewoners er ook effectief werkt. De 34 km2 gronden betreffen brakke ongebruikte zoutgronden en daarin draagt de zone bij tot hergebruik van onproductieve grond. Een andere doelstelling is dat een vijfde van de huisvesting in het gebied voor bescheiden inkomens moet zijn. De bevolkingsdichtheid zou 10.294 personen /km2 zijn, iets minder dan Tianjins gemiddelde van 13.355 p/km2. Gezien een vierde echter bestemd is voor open ruimte, water en groen blijft voor de bebouwde oppervlakte toch een dichtheid van 14.000 p/km2. Een drempel van 5000 tot 10.000 personen/km2 is echter noodzakelijk opdat tram en ander gemeenschappelijk vervoer rendabel zouden zijn. Plankundig gaat het om een ruggengraat (de ecovallei) die vier districten verbindt. Langs deze hoofdas bevindt zich een centrum en twee sub centra. Daarrond is de dichtheid iets groter: de bedoeling is dat 80 % van de bevolking zich binnen de 800 meter van een metrostation bevindt. De basiscellen van de ecostad vormen blokken van 400 op 400 meter waarin 8000 bewoners zullen wonen. Wegen bakenen de blokken af, maar binnen elk blok zijn er 4 kwadranten met enkel een voetganger pad en een fietsweg. Elk blok of ecocel heeft binnen de straal van 200 tot 300 meter een basis-buurtcentrum. 4 van deze ecocellen vormen een ecogemeenschap van 30.000 bewoners die ook over een gemeenschapscentrum beschikt maar met meer faciliteiten. 4 tot 5 van deze eco-gemeenschappen vormen een ecodistrict. Deze geneste aanpak in 4 lagen van de openbare dienstverlening heeft als doel om verplaatsingen zoveel mogelijk lokaal te houden.
Energie
Wat energie betreft wil de ecostad het verbruik zo laag mogelijk houden enerzijds en zo veel mogelijk gebruik maken van alternatieve energiebronnen anderzijds. De jaarlijkse vraag naar energie wordt op 486.900 ton steenkoolequivalent geraamd: daarvan gaan 80 % naar gebouwen (residentiele 46 % en commerciële 34 %) en de resterende 20 % gaan naar nijverheid en transport. Het succes van een duurzaam energiegebruik zal dus hoofdzakelijk afhangen van het energiegebruik uit gebouwen, voornamelijk de verwarming en de koeling. De ecostad plant om 80 % van de energie te betrekken uit conventionele energiebronnen en 20 % uit vernieuwbare energie. Hoofdleveranciers zijn de twee stations die elektriciteit en warmteproductie combineren: het Beijiang- en het Beitangstation. Beide stations zullen elektriciteit leveren aan het nationale net en de zone. Beiden leveren warmte via warmwater-pijplijnen. De stations werken met aardgas uit de provincies Gansu en Shaanxi. Van de 16 miljoen m2 bebouwde oppervlakte zal 12 miljoen verwarmd en gekoeld worden vanuit de 2 stations. De overige 4 miljoen zullen aangeleverd worden door geothermische energie en warmtepompen. Gezien het gebied rijk is aan geothermische bronnen staat deze energievorm in voor 70 % van de hernieuwbare energie; 30 % komt van zonne-energie die een centrale rol speelt in de waterverwarming. 60 % van het warm water komt van zonneboilers die steunen op 320.000 m2 collectoren.
Van alle gebouwen in de ecozone wordt verwacht dat ze in orde zijn met de lokale normen op het gebied van groene gebouwen. In China verbruiken de meeste gebouwen tweemaal zo veel energie als in het westen en het ministerie ontdekte in een laatste inspectie dat 30 % van de nieuwe gebouwen niet in orde waren met de nationale normen betreffende energie-efficiency. Volgens de Wereldbank zijn de gehanteerde normen vergelijkbaar met deze in het buitenland. De bank beveelt voor de levering van de warmte wel meer substations aan, niet enkel de voorziene 111 die tussen 10 tot 30 gebouwen bedienen maar zelfs ketels per gebouw omdat dit op termijn besparend werkt. Dit zou de energieefficiency verbeteren door voornamelijk de elektriciteit te reduceren voor pompen.
Transport

Ligging tegeover Peking en Tianjin


90 % van het transport worden verondersteld groene trips te zijn: te voet, met de fiets en het openbaar vervoer: hierin neemt het  openbaar vervoer 60 % voor zijn rekening (nogal ambitieus vindt de Wereldbank); het overblijvende deel van 30 % wordt ingevuld door tochtjes per fiets of te voet. Er is een hiërarchie in de wegen: de hoofdwegen tellen 6 baanvakken waaronder 2 voor snelbussen; daaronder bevinden zich de wegen met 4 rijstroken die de aangrenzende wijken verbinden en tenslotte zijn er de kleinere wegen zonder gemotoriseerd transport. Het gemeenschappelijk vervoer is gebaseerd op een multimodaal geïntegreerd circuit. De eerste laag bestaat uit de metrocorridor die 12 km doorheen de gehele ecostad rijdt van noord naar zuid en een uitbreiding vormt van de metrolijn uit Tianjin naar de Binhaizone. De tweede laag bestaat uit het netwerk van tramlijnen en de derde is het netwerk van eco-bussen die metro-en tramhaltes verbindt. Het principe is dat iedereen binnen de 400 meter een bushalte moet hebben. Dit alles wordt aangevuld door voet- en fietspaden die de wijken verbinden met de dienstencentra. Boven de metro bevindt zich een groene vallei met ontspanningsfaciliteiten en verbindingen naar metro of tram.
Water
Tianjin is een stad die een extreem watertekort heeft overigens zoals de meeste steden in Noord-China. Het betrekt water van rivieren en grondwater uit andere regio’s. De ecostad zal water aangevoerd krijgen van waterbehandelingsstations die oppervlaktewater behandelen. Samen zullen ze in 2020 72.400 m3/dag bieden. Daarnaast zal de ecostad 86.000 m3/dag betrekken uit een waterzuiveringsstation en 7900 m3 ontzilt water uit het al vermeldde Bejiang elektriciteitsstation. Alle naar verwachting 76.000 m3/dag afvalwateren zullen gezuiverd worden in het Hangu Yingcheng zuiveringsstation dat het afvalwater krijgt via 5 pompstations. Het gezuiverde water zal instaan voor zowat de helft aan de behoefte aan water

een basiscel-blok


meer bepaald om de vijvers op peil te houden, voor besproeiing van het groen en toiletspoeling. Stormwater wordt opgevangen in een apart systeem. Vooralsnog zou de smurrie die overblijft uit het waterzuiveringsstation gedumpt worden, maar de Wereldbank is eerder voorstander dit goedje te gebruiken voor de productie van methaangas om elektriciteit te produceren.
Afval
Bedoeling is dat de gemiddelde inwoner dagelijks maar 0,8 kg afval produceert, wat een kwart lager ligt dan het huidige gemiddelde van 1,1 kg in Tianjin. Ambitieus is zeker de doelstelling om tot een recyclagegraad te komen van 60 %. China zit momenteel maar aan een recyclagegraad van 20 % en dit wordt grotendeels gerealiseerd door het informele circuit van straatophalers die in de ecostad zullen verboden worden. Hoe willen de initiatiefnemers hun hoge doelstellingen dan realiseren? De groenten zullen voorverpakt zijn en verkopers zullen verbod krijgen onbehandelde groenten met pel of omhulsel te verkopen. Uiteraard zullen deze vooraf verwijderde  schillen worden gecomposteerd of gebruikt als veevoeder. Ook de verpakking zal biologisch afbreekbaar zijn en de gratis plastiekzak is dus uit den boze. Zo wordt gehoopt de voedselafval van 57 % tot 52 % te reduceren in 2015. Ophaalwagens zullen verschillende ophaalrondes verzekeren per soort afval zoals we dat kennen. Hun afval gaat naar 8 transferstations vooraleer dit de uiteindelijke bestemming bereikt. Dit systeem wordt echter aangevuld door een ondergronds pneumatisch systeem zoals in Barcelona: deze banden brengen afval en recuperatiemateriaal naar een ophaalpunt. Daar worden ze in containers gestopt en dan vervoerd voor verdere verwerking of dumping. De organische afval gaat naar een vergistingsinstallatie waaruit methaan dan dient om elektriciteit op te wekken.
De Wereldbank heeft zijn twijfels of 60 % recuperatie kan bereikt worden: West-Europese landen met de beste cijfers geraken nauwelijks boven de 50 % uit en Seattle (Washington) die al 20 jaar ervaring heeft, zal pas volgend jaar naar verwachting de 60 % halen. De gevolgde politiek inzake energie en transport zullen ook hun weerslag hebben op de uitstoot van koolstof waarvan gehoopt wordt dit tot 150 ton per miljoen $ BRP te brengen. Dit lijkt ook nogal ambitieus omdat Shanghai aan 429 ton zit en Hong Kong in 2006 190 ton rapporteerde. De Wereldbank raadt tenslotte nog een participatieve aanpak aan zoals in de ecostad van Waitakere in Nieuw-Zeeland waar de bewoners uitgenodigd worden het rapport te beoordelen dat hun economische, sociale en natuurlijke omgeving bevat.
Zie ook website Eco-city; beeldengalerij

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *