Sinds 17 augustus is in Urumqi een eigenaardig fenomeen opgetreden. Mensen worden op straat met injectienaalden aangevallen. Vorig weekend bereikte men een record, maar intussen is dat op bijna nul teruggevallen, onder meer door een verbod op verkoop van naalden en massale aanwezigheid van politie in de straten. Het fenomeen heeft tot paniek bij de bevolking geleid, in zoverre dat slechts een goede 20% van de in totaal meer dan 500 gerapporteerde incidenten in de hospitalen als echte aanvallen bevestigd worden. Ondanks de schrik, vooral voor AIDS, is nog niemand besmet met dit of een ander virus. De plaatselijke regering gaat er wel van uit dat het om een georganiseerde terreurdaad door Oeigoerse separatisten gaat, ze bedreigt de daders met een mogelijke doodstraf. Ook personen die onverantwoorde geruchten over aanvallen verspreiden kunnen vijf jaar gevangenis krijgen.
Op 3 september kwamen tienduizenden Han uit Urumqi op straat om meer veiligheid te eisen; ze vinden dat de overheid niet voldoende aandacht schenkt aan het bestrijden van de naaldaanvallen; sommigen wilden naar Oeigoerwijken oprukken en een van een naaldaanval verdachte persoon werd bijna gelyncht. De politie trad massaal op; er vielen 5 doden en 14 personen werden verzorgd in het hospitaal. De betogers zouden het aftreden geëist hebben van de provinciale secretaris van de Chinese Communistische Partij, Wang LeQuan, omdat hij niet hard genoeg optreedt tegen de Oeigoeren die verdacht worden van de moordpartijen in juli. Wang is een belangrijk politicus, hij leidt al vijftien jaar dezelfde provincie, wat in China ongewoon is, en is lid van het Politburo van de Partij. Na de gewelddadige incidenten vorige week werden wel de partijleider van de stad Urumqi en de politiechef van de provincie vervangen. Er zijn 25 verdachten van de naaldaanvallen ondervraagd, 4 aangehouden en 4 anderen reeds in beschuldiging gesteld. De schuldigen zijn moeilijk te vatten, slachtoffers hollen gewoonlijk recht naar the hospitaal zonder aandacht te schenken aan de daders.
De pogroms tegen Han in juli werden door de Westerse pers veelal voorgesteld als een reactie van de Oeigoeren tegen de onderdrukking door de Han. Maar nu blijken sommige Han te vinden dat de regering te veel begrip toont voor de Oeigoeren en niet hard genoeg optreedt. Wang Lequan wordt door radikalen van beide kanten aangevallen wegens partijdig voor de anderen. Zo’n 7000 functionarissen zijn op pad gestuurd naar de wijken van Urumqi om de gemoederen te bedaren. President Hu Jintao, een persoonlijke vriend van Wang, kwam zelf eind augustus nog naar Xinjiang en pleitte voor een goede verstandhouding tussen de verschillende minderheden.
(Financial Times, Washington Post, Asiatimes)