De gemiddelde levensduur in Xinjiang bedraagt nu 71 jaar, terwijl dit 60 jaar geleden amper 31 jaar bedroeg. Deze cijfers werden verstrekt door Memet Yasin, hoofd van het Regionaal Gezondheidsbestuur. Sedert de stichting van de Volksrepubliek daalde de sterftegraad bij baby’s van 42 à 60 % tot amper 1 %. In de regio waren voor 1949 maar 54 dorpsklinieken, terwijl Xinjiang eind 2008 welgeteld 6.739 gezondheidsagentschappen telde met in totaal 97.000 bedden. Infecties die voorheen frequent voorkwamen, zijn sedert een tiental jaar nagenoeg uitgeroeid. Zo’n 62 % van de plattelandsvrouwen onderging het laatste jaar minstens één onderzoek, terwijl dat cijfer in 2003 maar 49 % bedroeg. Momenteel betoelaagt de regionale regering 95 % van de bevolking voor 80 % van hun medische kosten, aldus nog Yasin.
