Zijn nieuwe zijderoutes financieel riskant?

Nadat IMF-voorzitter Lagardère afgelopen week waarschuwde voor financiële risico’s die de uitbouw van het ‘Belt & Road-Initiative‘ (BRI) met zich brengt, onderkent ook de gouverneur van de Nationale Bank het gevaar maar dringt aan op een gediversifieerde financiering met participatie van Hongkong en Londen.  

Zijderoutes

Sinds 2013 promoot China zijn plan voor de nieuwe zijderoutes dat officieel het ‘Belt & Road-Initiative’ wordt genoemd. Bedoeling is de 60 landen langs de routes nader bijeen te brengen door de ontwikkeling van infrastructuur. China ontkent dat dit een samenzwering zou zijn om zijn invloed uit te breiden of een soort Marshall Plan. Volgens het ministerie van Handel heeft China de voorbije vier jaar al 70 miljard geïnvesteerd in diverse projecten. De vele infrastructuurwerken worden zowel gefinancierd door Chinese instellingen zoals de China Development Bank (CDB), de Export-Import Bank of China en het Silk Road Fund ofwel door internationale instellingen Asian Infrastructure Investment Bank en de New Development Bank waaraan China meedoet.

Afgelopen donderdag openden China en het IMF in Beijing een nieuw centrum dat het ‘Belt and Road Initiative’ wil ondersteunen. Dit ‘China-IMF Capacity Development Centre’ wil personeel opleiden, de uitbouw van instellingen ondersteunen en de communicatie verbeteren tussen de landen langs de nieuwe zijderoutes, aldus een mededeling van de People’s Bank of China (PBOC). Het centrum zal oog hebben voor deelneming van de privésector, respect van het milieu en sociale en bestuurlijke duurzaamheid.
Volgens IMF voorzitter Christine Lagarde wijzen wereldwijde ervaringen uit dat er altijd een risico bestaat dat projecten falen en dat fondsen misbruikt worden. Bijgevolg vroeg ze Beijing zich bewust te zijn voor de politieke, wettelijke en milieu hindernissen zodat die projecten gekozen worden die echt een infrastructureel leemte opvullen en dit efficiënt doen met  een doorzichtige besluitvorming. Ze waarschuwde nog dat overzeese projecten kunnen leiden tot een problematische stijging van de schuld. In landen waar de openbare schuld al hoog ligt, moet een nauwkeurige afweging worden gemaakt zodat de overeenkomsten geen financieel onheil veroorzaken in de toekomst, aldus nog de IMF-voorzitter.

Reacties

De nieuwe PBOC-voorzitter Yi Gang antwoordde dat het noodzakelijk is om

zowel privé-, duurzame- en ontwikkelingsfinanciën te gebruiken. Daarom wil Beijing werken zowel met internationale organisaties, commerciële leningen als met belangrijke financiële centra als Hongkong en Londen voor de grote infrastructuurwerken. Deze centra spelen een belangrijke rol en de Hong Kong Monetary Authority heeft al een infrastructurele dienst in het leven geroepen die advies levert en privégelden mobiliseert.
Wang Yiming vicedirecteur van het Development Research Centre bij de regering deelde mee dat hoewel vele instellingen kredieten verschaffen er toch nog een financieringsgat bestaat van voor 500 miljard dollar per jaar. Wang vond de beperkte participatie van de privésector, de nauwe financieringskanalen en lage winstvoet grote problemen. Hij riep op tot financiële innovatie.

De voormalige voorzitter van de Export-Import Bank of China Li Ruogu merkte dezelfde dag op een Forum in Guangzhou op dat de meeste landen langs de zijderoutes niet over het geld beschikken om de projecten te betalen waarvan ze deel uitmaken. Hij noemde een gemiddelde schuld/vermogen- en schuldengraad van 35% en 126%, wat boven de waarschuwingslijn van 20% en 100% ligt. De privé-investeerders worden afgeschrikt door de diverse belastingsystemen, douaneformaliteiten, valuta en ook arbeidswetten.
Hoofdeconomist Liu Yong bij de China Development Bank zei dat zijn instelling altijd de halflange en de lange termijn incalculeert bij leningen aan Chinese firma’s voor BRI. Hoewel er problemen zijn van niet performante activa, blijven die binnen de grenzen van het toelaatbare. Hij weigerde wel commentaar te geven over de kwestie van CEFC China Energie één van CDBs grootste klanten.
Bronnen: SCMP, Xinhua

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *