Zonne-energie krijgt sociale functie in China

China is al langere tijd een voortrekker bij de productie van zonnepanelen. Het land loopt echter ook voorop in het toepassen van die panelen, waarbij ze ook een sociale functie krijgen. Dit artikel bericht over een interessant voorbeeld van een dergelijk project in Wuhan, de hoofdstad van Hubei.

Overdekt dak met droogrekken voor de was; foto Dialogie Earth (disclaimer)

Het appartementencomplex van Jianshe in het Beihu District van Wuhan toont een opvallende combinatie van oud en nieuw. Deze gebouwen hebben verschillende hoogtes en sommige dateren uit 1987. Drie ervan zijn bedekt met zonnepanelen die samen ongeveer 550 vierkante meter bestrijken.

Tot nu toe drijft de 126-kilowatt-installatie algemene voorzieningen aan, waaronder gang- en straatverlichting en LED-displays. Het plan is om ook 19 opladers voor elektrische voertuigen, vier ‘slimme’ afvalhouders en een oplaadstation voor elektrische fietsen aan te sluiten.

Het bestuur van Jianshe heeft zelf toezicht gehouden op de installatie. De stroom wordt intern gebruikt en elk overschot kan worden doorverkocht aan het net. Het project heeft van de steun geprofiteerd van een wereldwijd burgemeestersnetwerk, genaamd C40 Cities, alsook van de hulp van lokale autoriteiten van zowel Wuhan als Beihu. Het complex is bijna CO2-neutraal, maar de panelen hebben niet enkel de CO2-uitstoot verminderd. Ze bieden ook beschutting aan gemeenschappelijke ruimtes. De regeling is goed voor de gemeenschap, de individuele bewoners en het betrokken zonne-energiebedrijf.

Hoe werkt het?

De bewoners van Jianshe hebben hun gebruiksrechten van het dak overgedragen aan een extern zonne-energiebedrijf. Dat is verantwoordelijk voor de financiering, exploitatie en onderhoud van de panelen en de verkoop met winst van de opgewekte elektriciteit. In ruil daarvoor krijgt het bestuur van Jianshe elektriciteit voor de helft van het commerciële tarief – 0,50 RMB per kilowattuur – waardoor men de kosten voor de bewoners verlaagt.

Dit bespaart Jianshe bijna 50.000 RMB per jaar. Dit bedrag gaat naar een gemeenschappelijk fonds dat bestemd is voor lampen op zonne-energie, apparatuur voor het verzamelen van regenwater en plantenbakken voor een daktuin. De zonnepanelen helpen ook om de daken koel en droog te houden – een ander voordeel voor de bewoners, die deze als gemeenschappelijke ruimte gebruiken. ‘De zonne-energie op het dak betekent dat we niet betalen voor gemeenschappelijk elektriciteitsgebruik’, stelt bewoner Wang Shufang. ‘We hebben meer voorzieningen in de gemeenschap en de dakruimtes zijn aangenamer.’

Windmagics beheert de panelen, dat zegt dat Jianshe 76.300 kilowattuur zonne-energie genereerde in de 12 maanden vanaf begin april 2023. Dat komt erop neer dat het appartementencomplex 99,3 ton minder koolstofdioxide en 12,1 ton minder as uitstootte. Uitgaande van een levensduur van 25 jaar, zal de installatie in totaal 2,5 miljoen kilowattuur elektriciteit genereren en voorkomen dat 744,8 ton steenkool wordt verbrand, aldus het bedrijf.

Een moeilijke weg

In tegenstelling tot een nieuw appartementencomplex met vooraf op het dak geïnstalleerde zonne-energie, moest Jianshe veel moeite doen om alle bewoners over te halen. Dit bleek vooral lastig omdat er momenteel weinig voorbeelden zijn van nieuwe, succesvolle dakinstallaties op oude gebouwen.

Volgens de Chinese voorschriften is het dak van een flatgebouw gemeenschappelijk eigendom van alle bewoners. Dat betekent dat er een unanieme overeenkomst moet zijn om daar zonnepanelen te installeren, waardoor dit een veel gecompliceerdere onderneming inhoudt dan hetzelfde te doen bovenop een openbaar of commercieel gebouw.

Een andere hindernis is beslissen wie de opgewekte stroom ontvangt, hoe deze moet worden gebruikt en hoe eventuele winsten moeten worden verdeeld. Li Zhong, secretaris van de Communistische Partij van Jianshe, zegt dat er verschillende voorstellen zijn gedaan voordat men een definitieve beslissing nam.

De eerste mogelijkheid was dat het bestuur van Beihu het hele proces zou beheren. Dit zou hebben geleid tot het plaatsen van panelen op elk dak in het complex om de opwekking te maximaliseren. Volgens Li zou dat niet de beste optie geweest zijn.

Het plan B van de commissie was een 50:50 overheid-bedrijfspartnerschap, waarbij panelen alleen op de zonnigste locaties zouden worden geïnstalleerd. ‘Dat betekende dat we gewoon break-even zouden draaien’, zegt Li. ‘De overheid wilde echter eerst het rendement op haar investering terugverdienen, wat betekent dat de zakenpartner zou moeten wachten. Dat vergrootte het risico voor het bedrijf, bijvoorbeeld indien bewoners afhaken, dus dit voorstel werkte ook niet.’

Bij het overwegen van die twee plannen, heeft de gemeenschap ideeën van de overheid, bedrijven, bewoners en experts naast elkaar gezet. Geleidelijk aan werd een consensus bereikt. ‘Het genereren van zonne-energie op gemeenschappelijke woondaken moet zowel winstgevend als sociaal voordelig zijn’, legt Li uit. ‘Met andere woorden: wat krijgen de bewoners als ze hun toestemming verlenen? Wat ze willen zijn tastbare voordelen.’

Uiteindelijk besloot men dat het project zou worden uitbesteed aan een particulier bedrijf. Het managementcomité overhandigde het beheer van alle elektrische voorzieningen aan het zonne-energiebedrijf. De paneelposities werden niet langer in de eerste plaats bepaald door de grootte of het zonlicht, maar door de minste impact op het gebruik van de daken door de bewoners. Het grootste deel van de dakruimte is ter beschikking van de bewoners en is nu aangenamer, omdat de panelen beschutting bieden tegen het weer.

‘De panelen helpen het dak te beschermen’, zegt Wang. ‘Vroeger hadden we lekken, maar nu niet meer. En nu kunnen we naar boven gaan voor wat frisse lucht, of om kleren te drogen, zelfs als het regent.’

Zou het ergens anders werken?

Jiang Jingjing, manager van het Green and Thriving Neighborhoods Project van C40 Cities, zegt dat dergelijke gemeenschapsexperimenten grootschalige uitrol van nieuw stedelijk beleid kunnen steunen: mensgerichte projecten zoals die van Jianshe kunnen de CO2-neutraliteit en duurzame ontwikkeling in steden helpen versnellen.

Maar er is nog een lange weg te gaan vóór een bredere uitrol van vergelijkbare projecten plaats kan vinden. Deelnemende gemeenschappen, bewoners en bedrijven moeten eerst dezelfde koolstofarme visie en de bereidheid om samen te werken delen. Buurtcommissies moeten bewoners overtuigen om gebruiksrechten voor hun gemeenschappelijke daken af te staan. Dit vereist veel complexe communicatie en coördinatie.

‘De commissie heeft heel goed werk geleverd met de presentaties, overleg en het aanmelden van iedereen’, zegt Li Zhongjie, een andere inwoner van Jianshe. ‘De operatie verliep open, transparant en erg ondersteunend.’

Een coöperatieve zakenpartner is ook van onschatbare waarde, zoals Shen Peipei, een projectmanager bij Windmagics. Ze stelt dat een installatie op zonne-energie 20 jaar kan werken en dat het ongeveer 15 jaar duurt voordat een dergelijke installatie winst maakt. ‘Maar er zijn hier zowel sociale voordelen als commerciële winsten’, voegt Shen eraan toe. ‘Dit project maakt deel uit van ons werk voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Als andere gemeenschappen soortgelijke projecten willen opzetten, werken we graag met hen samen’.

Zhang Huijun, die het districtskantoor van Beihu leidt, meldt dat Jianshe’s succesverhaal ook al elders opvolging kent, zowel in Beihu als breder in Wuhan. ‘De staat werkt al aan het upgraden van oudere gemeenschappen en we kunnen groene en koolstofarme ideeën bij dat proces meenemen’, zegt ze. ‘Ten tweede kan het publiek echt de voordelen van zonne-energie zien, wat betekent dat ze meer bereid zijn tot ondersteuning. Ten derde moeten we de inwoners erbij betrekken, evenals particuliere investeerders en bedrijven, waardoor een win-win-win situatie ontstaat.’

Nawoord

Dit artikel biedt een uniek inzicht in de manier waarop democratie Chinese stijl in de praktijk werkt. Het bestuur van Jianshe, noch dat van Beihu of Wuhan, heeft men volgens de westerse democratische praktijk verkozen. Het zijn groepen mensen die voor dat werk zijn aangenomen op basis van hun opleiding, praktische ervaring en persoonlijke kenmerken zoals bereidheid naar de medemens te luisteren. De Chinese cultuur is particularistisch. Dat houdt in dat niet de overheden het beleid formuleren, maar de betrokken individuen en groepen, en dit op basis van de noden en behoeften van het hier en nu.

Pas zodra een acceptabele en uitvoerbare oplossing voor een probleem bereikt is, wordt het tot beleid verheven. Daarna kunnen andere overheden kijken of dat beleid ook voor hen werkt, eventueel met lokale aanpassingen. Het is ook niet de Communistische Partij die het beleid maakt en voorschrijft. De rol van de Partij is vooral het versterken van de sociale cohesie bij het tot stand komen van beleid. Alle betrokken partijen, bewoners, het zonne-energiebedrijf, de diverse bestuurslagen, omvatten partijleden die ervoor kunnen zorgen dat men de belangen van iedere groep in de discussie meeneemt.

Bron: Dialogue earth 26/6/2024